Rayon Justice et droit pénal
La preuve en procédure civile. Het bewijs in het burgerlijk procesrecht

Fiche technique

Format : Broché
Nb de pages : 174 pages
Poids : 429 g
Dimensions : 20cm X 28cm
ISBN : 978-2-8044-4536-2
EAN : 9782804445362

La preuve en procédure civile


Quatrième de couverture

La preuve en procédure civile

La collection thématique du RPRJ/POJT est composée à partir, d'une part, d'extraits du « Recueil Permanent des Revues Juridiques / Permanent Overzicht van Juridische Tijdschriften » - une publication qui rassemble, en français et en néerlandais, les sommaires de jurisprudence et les références d'articles de doctrine issus d'environ 150 revues juridiques belges les plus prestigieuses, ainsi que les références d'ouvrages ayant fait l'objet de recensions - et, d'autre part, d'autres sources documentaires traitant de la matière.

Le présent volume de la collection est entièrement consacré à la preuve en procédure civile, une matière dont l'importance est déjà illustrée à suffisance par l'adage latin « Actori incumbit probatio » (la charge de la preuve incombe au demandeur), bien connu de la plupart des juristes. Le Code judiciaire y consacre du reste tout son chapitre VIII du Titre III du Livre II (articles 870 à 1016 bis). C'est dire l'étendue du sujet et donc l'intérêt d'une synthèse.

L'ouvrage explore tous les aspects de la preuve dans le procès civil, par sources du droit, en commençant par les dispositions légales applicables, suivies d'une sélection des sources jurisprudentielles et doctrinales les plus pertinentes, en respectant au mieux la présentation de la matière dans le Code judiciaire.

La matière peut s'articuler autour de trois grand axes : la charge de la preuve et son administration, les moyens de preuve - avec un éclairage particulier sur la force probante et la régularité des preuves - et les mesures d'instruction. Parmi ces dernières une place prépondérante est accordée à l'expertise, amplement remaniée par la loi du 15 mai 2007 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne l'expertise et rétablissant l'article 509quater du Code pénal, sans négliger les autres mesures pouvant être ordonnées par le juge, que ce soit la production de documents, la vérification d'écritures ou encore l'enquête ç.-à-d. les règles régissant l'administration de la preuve par témoins.

Un renvoi ponctuel aux dispositions du Code civil relatives à la preuve, lesquelles interagissent souvent avec celles du Code judiciaire, agrémente enfin le contenu de l'ouvrage qui, par sa présentation synoptique et pratique, permettra au juriste de rafraîchir et/ou d'approfondir ses connaissances sur le sujet.


Het bewijs in het burgerlijk procesrecht

De themacollectie van de POJT/RPRJ wordt samengesteld op basis van enerzijds uittreksels van het « Permanent Overzicht van Juridische Tijdschriften / Recueil Permanent des Revues Juridiques » - een publicatie die de samenvattingen van rechtspraak en de referenties van doctrineartikelen zoals gepubliceerd in ongeveer 150 van de meest bekende Belgische juridische tijdschriften, alsook de referenties van besproken boeken, verzamelt, dit zowel in het Frans als in het Nederlands, en anderzijds andere documentaire bronnen gewijd aan het thema.

Huidig werk van de collectie is volledig gewijd aan het bewijs in de burgerlijke rechtspleging, een materie waarvan het belang al genoeg wordt geïllustreerd door het Latijnse adagium « Actori incumbit probatio » (in een rechtsgeding moet iedere partij het bewijs leveren van de feiten die zij aanvoert), zoals genoegzaam bekend onder juristen. Het hele hoofdstuk VIII van Titel III van Boek II (artikels 870 t.e.m. 1016bis) van het Gerechtelijk wetboek wordt trouwens hieraan besteed. Het onderwerp is dus omvangrijk en verdiende zeker een synthese.

Het werk verkent alle aspecten van het bewijs in het burgerlijk proces, per bronnen van het recht, te beginnen met de toepasselijke wettelijke bepalingen, gevolgd door een selectie van de meest pertinente rechtspraak en rechtsleer, dit alles met eerbiediging van de presentatie van de materie in het Gerechtlelijk wetboek.

De materie kan worden gegroepeerd rond drie thema's : de bewijslast en de bewijsvoering, de bewijsmiddelen - met bijzondere aandacht voor de bewijskracht en de rechtmatigheid van de bewijsmiddelen - en de onderzoeksmaatregelen. Bij deze laatste wordt de nadruk in het bijzonder gelegd op het deskundigenonderzoek, grondig herzien door de wet van 15 mei 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek. De andere maatregelen die door de rechter kunnen worden bevolen, met name de overlegging van stukken, het schriftonderzoek of het getuigenverhoor (de regels betreffende de bewijsvoering door getuigen) komen hier eveneens ter sprake.

Het werk verwijst nog waar nodig naar de bepalingen van het Burgerlijk wetboek met betrekking tot het bewijs dewelke vaak in wisselwerking staan met deze van het Gerechtelijk wetboek. Door zijn synoptische en praktische aanpak zal dit werk de rechtspracticus in staat stellen zijn kennis van het onderwerp op te rissen en/of te vervolledigen.

Avis des lecteurs

Du même auteur : Hans Van Bossuyt

Droit judiciaire

Leçons de méthodologie juridique

Code bac 1 : l'essentiel du droit 2024

Leçons de méthodologie juridique

Le conflit : quelles approches ?

Les conclusions en matière civile : actualités et perspectives